Begrippen DeconstructieDe westerse metafysica kan blootleggen door het 'deconstrueren' van de logica ervan. DichotomieDe opdeling in twee niet-overlappende structuren of begrippen. DifféranceUitstel in de zin dat een woord zijn betekenis krijgt door de woorden die erop volgen en 'verschil' in de zin dat de betekenis van een woord tevens bepaald wordt door zijn onderscheid met andere woorden. DisseminatieDe verspreiding/uitzaaiing van kennis, informatie, innovatie, ziektekiemen, enz. FenomenologieGaat uit van de directe en intuïtieve ervaring van fenomenen (oftewel verschijnselen), en hieruit de essentiële eigenschappen van ervaringen en de essentie van wat men ervaart probeert af te leiden. IterabiliteitVerandering door herhaling. LogocentrismIt refers to the tradition of Western science and philosophy that regards words and language as a fundamental expression of an external reality Phonocentrismis the belief that sounds and speech are inherently superior to, or more primary than, written language or sign language Postmodernismehet in twijfel trekken van lang gekoesterde begrippen als waarheid en - romantische - authenticiteit. Op filosofisch vlak houden zij die tot de postmodernen worden gerekend zich, meer nog dan hun voorgangers, bezig met taalkritiek. Structuralismeer zijn niet direct waarneembare of onbewuste structuren die ten grondslag liggen aan (alle) sociale verschijnselen.
Alle tekens verwijzen dus naar elkaar. Ieder teken verspreidt zich als het ware, het is alsof het verstrooid ligt over een oneindigheid van betekenissamenhangen[2] Woordenboek: Uitbreiding[3]
is a concept that sounds and speech are inherently superior to (or "more natural" than) written language, or are regarded as such. To adherents of this philosophy, spoken language is inherently richer and more intuitive than written language. Phonocentrism holds that spoken language is the primary, fundamental way of communicating, and writing is merely a "second-rate" attempt to capture speech.[4]
is a term coined by German philosopher [Klages|Ludwig Klages] in the 1920s. It refers to the tradition of Western science and philosophy that situates the logos, ‘the word’ or the ‘act of speech’, as epistemologically superior in a system, or structure, in which we may only know, or be present in, the world by way of a logocentric metaphysics. For this structure to hold true it must be assumed that there is an original, irreducible object to which the logos is representative, and therefore, that our presence in the world is necessarily mediated. If there is a Platonic Ideal Form then there must be an ideal representation of such a form. This ideal representation is according to logocentrist thought, the logos.[5]